De Catedral de la Asunción de Jaén, ook wel bekend als de kathedraal van Jaén, is een indrukwekkend religieus gebouw in de Andalusische stad Jaén in Zuid-Spanje. Het is een van de belangrijkste bezienswaardigheden van de stad en trekt jaarlijks duizenden bezoekers uit de hele wereld.
De Catedral de la Asunción de Jaén heeft een rijke en boeiende geschiedenis die teruggaat tot de 16e eeuw.
De oorspronkelijke kerk die op de site stond, was een moskee gebouwd door de Moorse heersers van het gebied. Na de herovering van Jaén door de christenen in 1246, werd de moskee omgebouwd tot een kerk gewijd aan San Andrés, de patroonheilige van de stad. Deze kerk stond op de plaats waar nu het transept van de huidige kathedraal staat.
Jaén is de hoofdstad van de gelijknamige provincie en de stad aan de voet van de berg Jabalcuz telde in 2018 ruim 113.000 inwoners.
De stad staat ook wel bekend als de hoofdstad van de olijfolie. De stad is omgeven door olijfboomgaarden en de provincie is de grootste producent van olijfolie in Spanje.
In het hoger gelegen oude centrum van de stad zijn veel tapasbarretjes, die een belangrijk onderdeel vormen van de cultuur in de stad.
Geschiedenis van Jaén
Doordat de stad in een strategische route tussen Europa en Afrika lag werd het al ver voor Christus gekoloniseerd door de Feniciërs. Daarna waren de Carthagen enkele jaren baas in het gebied, het fort van Jaén was toen voor Hannibal.